Als je bent opgegroeid in een gezin met een verslaafde, psychisch zieke of gewelddadige ouder, weet je hoe moeilijk het is. En je weet dat iedereen in het gezin er last van heeft. Na verloop van tijd begint het gezin te draaien om het voortzetten van de disfunctie.

In disfunctionele gezinnen ontwikkelen zich starre gezinsregels en rollen, die helpen om het disfunctionele familiesysteem in stand te houden, waardoor de verslaafde kan blijven gebruiken, of de misbruiker kan blijven misbruiken. Als we de gezinsregels die disfunctionele gezinnen domineren, begrijpen en doorzien, kunnen we deze patronen doorbreken, ons zelfrespect herstellen en gezondere relaties aangaan.

Wat is een disfunctioneel gezin?

Er zijn veel soorten en gradaties van disfunctie in gezinnen. In dit artikel wordt als kenmerk van een disfunctioneel gezin bedoeld dat de gezinsleden herhaaldelijk trauma en onveiligheid ervaren. De soorten traumatische ervaringen uit de kindertijd waarnaar ik verwijs, omvatten het ervaren van een van de volgende dingen tijdens je jeugd:

  • Lichamelijk misbruik
  • Seksueel misbruik
  • Emotioneel misbruik
  • Lichamelijke verwaarlozing
  • Emotionele verwaarlozing
  • Getuige zijn van huiselijk geweld
  • Een ouder of familielid die verslaafd is
  • Een ouder of familielid die geestelijk ziek is
  • Ouders in een vechtscheiding
  • Een ouder of familielid die in de gevangenis zit en/of criminele activiteiten pleegt

Om fysiek en emotioneel te gedijen, moeten kinderen zich veilig voelen – en voor dat gevoel van veiligheid vertrouwen ze op een consistente, afgestemde verzorger.

Maar in disfunctionele gezinnen zijn de verzorgenden niet consequent of afgestemd op de behoeftes van hun kinderen. Hierdoor ontwikkelen de kinderen codependentie patronen, zoals pleasen, aanpassen en een te grote verantwoordelijkheid voor anderen op zich nemen. Of juist andere trauma reacties zoals vechten, vluchten en bevriezen waardoor hun emotionele ontwikkeling niet goed tot stand komt.

Onvoorspelbaar, chaotisch en onveilig gedrag

Disfunctionele gezinssituaties zijn vaak onvoorspelbaar, chaotisch en beangstigend voor kinderen. Kinderen voelen zich veilig als ze erop kunnen rekenen dat hun verzorgers consequent voorzien in hun fysieke behoeften (voedsel, onderdak, hen beschermen tegen misbruik of letsel) en emotionele behoeften (hun gevoelens opmerken, hen troosten als ze van streek zijn).

Vaak gebeurt dit niet of onvoldoende in disfunctionele gezinnen, omdat ouders hun basisverantwoordelijkheden niet (kunnen) vervullen om op een goede manier voor hun kinderen te zorgen, ze te beschermen en te verzorgen. In plaats daarvan moet een van de kinderen deze volwassen verantwoordelijkheden op jonge leeftijd op zich nemen. We noemen dat parentificatie.

Structuur en grenzen

Kinderen hebben ook structuur en routine nodig om zich veilig te voelen; ze moeten weten wat ze kunnen verwachten. Maar in disfunctionele gezinnen worden de behoeften en grenzen van kinderen vaak verwaarloosd of genegeerd. Soms zijn er overdreven harde of willekeurige regels. Soms is er weinig toezicht of zijn er helemaal geen regels of richtlijnen voor de kinderen.

Op eieren moeten lopen

Bovendien ervaren kinderen het gedrag van hun ouders vaak als grillig of onvoorspelbaar. Ze hebben het gevoel dat ze op eieren moeten lopen in hun eigen huis, uit angst hun ouders van streek te maken of de woede en het misbruik van hun ouders aan te wakkeren. Kinderen in disfunctionele gezinnen voelen zich vaak angstig om van school naar huis te gaan, omdat ze niet weten wat ze zullen aantreffen.

Geen onvoorwaardelijke liefde

In disfunctionele gezinnen zijn volwassenen vaak zo in beslag genomen door hun eigen problemen en pijn dat ze hun kinderen niet geven wat ze nodig hebben, waardoor de kinderen hunkeren naar consistentie, veiligheid en onvoorwaardelijke liefde. Als gevolg hiervan voelen ze zich vaak gestrest, angstig en niet geliefd.

Je onbelangrijk en onwaardig voelen doordat je gevoelens niet worden erkend

In disfunctionele gezinnen weet men niet hoe je op een gezonde manier met gevoelens moet omgaan. Ouders die met hun eigen problemen bezig zijn, of voor een verslaafde of disfunctionele partner zorgen (de verslaving of disfunctie in stand houden), hebben niet de tijd, energie of emotionele intelligentie om aandacht te schenken aan de gevoelens  en kwetsbaarheid van hun kinderen, deze te waarderen en te ondersteunen. Het resultaat is emotionele verwaarlozing bij kinderen. Kinderen ervaren dit als: “mijn gevoelens doen er niet toe, dus ik doe er niet toe.” Dit schaadt natuurlijk het zelfrespect en eigenwaarde van een kind en zorgt ervoor dat het zich onbelangrijk voelt en denkt dat het liefde en aandacht onwaardig is.

Gevoelens leren opmerken en ernaar luisteren

Kinderen in disfunctionele gezinnen leren hierdoor niet hoe ze hun eigen gevoelens kunnen opmerken, waarderen en ermee omgaan. In plaats daarvan ligt hun focus op het opmerken en beheersen van de gevoelens van andere mensen. Hun veiligheid hangt er vaak van af.

Sommige kinderen raken goed afgestemd op hoe hun ouders zich gedragen, om te proberen hun woede te vermijden. Een jong kind kan bijvoorbeeld leren zich onder het bed te verstoppen wanneer mama en papa ruzie krijgen, of een kind kan leren dat het troosten van moeder na die ruzie de genegenheid van haar moeder oplevert. Het kind leert dan dat het voor anderen moet zorgen om ook liefde te kunnen ontvangen.

Zo leren kinderen de codependentie patronen aan, zoals zich af te stemmen op de gevoelens van andere mensen en hun eigen gevoelens te onderdrukken. Ze weten daardoor zelf niet (goed) wat ze voelen en verliezen het contact met hun lichaam waarin alle gevoelens worden opgeslagen. De codependentie patronen zetten zich vast in het opgroeiende kind en het leert te functioneren vanuit overlevingsstrategieën.

Denigrerende opmerkingen

Naast het negeren van de emotionele behoeften van een kind, kunnen ouders ook het zelfrespect van een kind schaden met denigrerende opmerkingen en harde kritiek. Jonge kinderen geloven wat hun ouders hen vertellen. Dus als je vader je dom noemde, geloofde je dat.

Naarmate we ouder worden en meer tijd zonder onze ouders doorbrengen, beginnen we enkele van de negatieve dingen – die we als kinderen te horen kregen – in twijfel te trekken. Het is echter verbazingwekkend hoeveel er blijft hangen, zelfs als we al lang volwassenen zijn horen we nog de stem van onze innerlijke criticus, die oorspronkelijk de stem van een van de ouders was of van anderen uit het gezin. De emotionele angel van kwetsende woorden en denigrerende boodschappen is er niet uit, zelfs als we verstandelijk wel weten dat we niet dom zijn.

Gezinsregels die worden gehanteerd in disfunctionele gezinnen

Disfunctionele gezinnen hanteren vaak een aantal onuitgesproken regels:

1) Praat niet over wat er speelt
We praten niet met elkaar of met buitenstaanders over onze gezinsproblemen. Deze regel is de basis voor de ontkenning van het misbruik door de familie, de verslaving, de ziekte, of andere problemen in het gezin.

De boodschap is: doe alsof alles in orde is en zorg ervoor dat iedereen denkt dat het een volkomen normaal gezin is. Dit is buitengewoon verwarrend voor kinderen die het gevoel hebben dat er iets mis is, maar niemand erkent wat het is. Kinderen concluderen dus vaak dat zij het probleem zijn. Soms krijgen ze ronduit de schuld en soms internaliseren ze het gevoel dat er iets mis met hen moet zijn.

Omdat niemand over de disfunctie mag praten, wordt het gezin geplaagd door geheimen en schaamte. Kinderen voelen zich alleen, hopeloos en denken dat niemand anders doormaakt wat ze meemaken. De regel ‘niet praten’ zorgt ervoor dat niemand het echte familieprobleem erkent. En zo lang de wortel van de familieproblemen wordt ontkend, kan het niet worden opgelost; gezondheid en heling zijn dan niet mogelijk.

2) Vertrouw een ander niet
Kinderen zijn afhankelijk van hun ouders of verzorgers om ze te beschermen, maar als je opgroeit in een disfunctioneel gezin, ervaar je je ouders (en de wereld) niet als veilig en zorgzaam. En zonder een basisgevoel van veiligheid, voelen kinderen zich angstig en hebben ze moeite met vertrouwen.

Kinderen ontwikkelen geen gevoel van vertrouwen en veiligheid in disfunctionele gezinnen, omdat hun verzorgers inconsequent en onbetrouwbaar zijn. Ze zijn nalatig, emotioneel afwezig, breken beloften en komen hun verantwoordelijkheden niet na.

Bovendien stellen sommige disfunctionele ouders hun kinderen bloot aan gevaarlijke mensen en situaties en slagen ze er niet in hen tegen misbruik te beschermen. Als gevolg hiervan leren kinderen dat ze anderen niet kunnen vertrouwen, zelfs niet hun ouders, om in hun behoeften te voorzien en hen veilig te houden (de meest fundamentele vorm van vertrouwen voor een kind).

De moeilijkheid om anderen te vertrouwen strekt zich ook buiten het gezin uit. Naast de niet-praten-afspraak, houdt de niet vertrouwen-regel het gezin geïsoleerd en bestendigt het de angst dat als je om hulp vraagt, er iets ergs zal gebeuren (mama en papa gaan scheiden, papa gaat naar de gevangenis, je komt in de pleegzorg terecht).

Ondanks hoe eng en pijnlijk het gezinsleven is; je hebt geleerd hoe je daar kunt overleven en het gezin ontwrichten door met een leraar of therapeut te praten, kan angst veroorzaken om de zaken erger maken. Dus je vertrouwt niemand.

3) Onderdruk of negeer je gevoelens
Het onderdrukken van pijnlijke of verwarrende emoties is een overlevingsstrategie, die door iedereen in een disfunctioneel gezin wordt gebruikt. Kinderen in disfunctionele gezinnen zien hoe hun ouders hun gevoelens verdoven met alcohol, drugs, eten, pornografie en technologie.

Zelden worden gevoelens geuit en er op een gezonde manier mee omgegaan. Kinderen kunnen ook getuige zijn van enge perioden van woede. Soms is woede de enige emotie die ze hun ouders zien uiten. Kinderen leren snel dat het proberen om hun gevoelens te uiten in het beste geval zal leiden tot genegeerd worden en in het slechtste geval tot geweld, schuld en schaamte. Kinderen leren dus ook hun gevoelens te onderdrukken, zichzelf te verdoven en proberen zichzelf af te leiden van de pijn.

4) Je bent schuldig of je moet je schamen
Het (non-verbaal) communiceren over schuld en schaamte is wijdverbreid in disfunctionele gezinnen. Schaamte is het gevoel dat je hebt als je denkt dat er iets mis met je is, dat je minderwaardig of onwaardig bent.

Schaamte is het resultaat van familiegeheimen en ontkenning en als je het gevoel krijgt dat je slecht bent en het verdient om gekwetst of verwaarloosd te worden. Het kan ook zijn dat je het gevoel krijgt dat je gevoelens beschamend zijn, omdat ouders er niet mee om kunnen gaan. Als jij bang, boos of verdrietig was werd dat afgestraft, bespot of genegeerd.

Kinderen in disfunctionele gezinnen geven zichzelf vaak de schuld van de tekortkomingen van hun ouders als ze worden mishandeld of genegeerd. “Het is mijn schuld” is de gemakkelijkste manier voor hun jonge hersenen om een verwarrende en enge situatie te begrijpen.

Als volwassene is een deel van de heling het terugdringen van het gevoel van schaamte en het erkennen dat de tekortkomingen van onze ouders niet onze schuld waren en dat we niet ontoereikend of onwaardig waren.

Hoe kun je helen

Helen betekent ook dat je de disfunctionele gezinsregels vervangt door een nieuwe reeks richtlijnen in je volwassen relaties:

  • Praat over je gevoelens en ervaringen. Je kunt schaamte, isolatie en eenzaamheid doorbreken en meer verbonden relaties opbouwen als je je gedachten en gevoelens deelt met betrouwbare mensen waar je je veilig bij kunt leren voelen. Je problemen erkennen en erover praten is het tegenovergestelde van in ontkenning blijven. Het opent de deur naar oplossingen en ervaringen dat mensen ook met empathie op je gevoelens en gedachtes kunnen reageren.
  • Vertrouw op anderen en stel gepaste grenzen. Vertrouwen kan eng zijn, vooral als mensen je in het verleden in de steek hebben gelaten. Het kost tijd om te leren jezelf te vertrouwen en onderscheid te maken in wie betrouwbaar is en wie niet. Vertrouwen is een belangrijk onderdeel van gezonde relaties, samen met gezonde grenzen, die ervoor zorgen dat je met respect wordt behandeld en dat aan je behoeften wordt voldaan.
  • Voel al je gevoelens. Je mag al je gevoelens hebben. Het vergt oefening om weer in contact te komen met je lichaam en alle gevoelens en de waarde ervan te beseffen. Maar je kunt beginnen door jezelf af te vragen hoe je je voelt en tegen jezelf te zeggen dat jouw gevoelens ertoe doen. Je hoeft niet langer beperkt te blijven tot schaamte, angst en verdriet. Je hebt ook niemand anders nodig om je gevoelens te bevestigen; er zijn geen goede of foute gevoelens. Laat je gevoelens er zo veel mogelijk gewoon zijn. Doe eventueel de gratis challenge “Luisteren naar je lichaam” op deze website, als je hierbij wat hulp kan gebruiken.
  • Schuld en schaamte loslaten. Het is niet helpend om je schuldig te voelen voor iets wat niet aan jou ligt, maar het is ontstaan door de ongezonde gezinsdynamiek. Er is niemand schuldig. De vaardigheden van je ouders zijn ontoereikend om te voldoen aan een emotioneel gezonde opvoeding. Waarschijnlijk hebben zij het ook niet geleerd van hun ouders. Je hoeft je ook niet te schamen voor wie je bent. Je bent precies goed zoals je bent, ook als anderen je anders hebben doen geloven. Dat anderen de waarheid veranderen of ontkennen vanuit hun tekortkomingen betekent nog niet dat dit ook klopt!

Ik weet dat het niet makkelijk is om deze patronen te doorbreken. Toch is het mogelijk. Stap voor stap kun je met liefde en geduld je innerlijke kind helen en kiezen voor een nieuw perspectief. Liefde voor jezelf kan groeien en daarmee zullen je relaties ook steeds gezonder en meer liefdevol gaan worden.

Bron: Sharon Martin